Vereniging van Eigenaars (VVE) vordert bij rechter een verbod op geluidsoverlast
De leden van een VVE ondervinden veel geluidsoverlast van een bewoner van een appartement. De bewoner tikt op de verwarmingsleidingen en slaat op de metalen deur. De leden van de VVE stappen naar de rechter en vorderen op grond van het burenrecht een verbod op geluidsoverlast. Het gerechtshof wijst deze vordering af, omdat het verbod te onduidelijk is.Het hof overweegt:
Het hof overweegt dat buren, appartementseigenaars daaronder begrepen, enige geluidshinder van elkaar hebben te dulden en dat het antwoord op de vraag of sprake is van onrechtmatige geluidshinder afhankelijk is van de ernst en de duur daarvan en de daardoor veroorzaakte schade, in verband met de verdere omstandigheden van het geval. Daarnaast is van belang dat de door [appellant sub 1 c.s.] gewraakte geluiden vluchtig van aard zijn (slaan met de deur, tikken op een leiding). In het licht van dit een en ander is het gevorderde verbod op het veroorzaken van geluidsoverlast veel te ruim: voor [geïntimeerde] is niet duidelijk van welke gedragingen zij zich dient te onthouden en evenmin is duidelijk hoe een overtreding van dit verbod (op een objectieve manier) wordt geconstateerd. Daargelaten of de gestelde geluidsoverlast voldoende aannemelijk is gemaakt, komt het gevorderde verbod bij afweging van de betrokken belangen dan ook niet voor toewijzing in aanmerking.
Zie over geluidsoverlast, artikel 5:37 BW en vloerbedekking: ECLI:NL:RBNNE:2013:3599