PVV stelt vragen over ‘structurele straatterreur Marokkanen’
Vragen van het lid Van Klaveren (PVV) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Veiligheid en Justitie over de structurele straatterreur door Marokkanen (ingezonden 5 oktober 2011).
Antwoord van minister Donner (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 25 oktober 2011).
Vraag 1
Kent u het artikel «Kinderen mishandeld. Jonge Marokkanen belagen leeftijdgenoten»?1
Antwoord 1Ja.
Vraag 2, 3Deelt u de visie dat de wijdverbreide straatterreur door Marokkanen een groot en structureel probleem vormt in de Nederlandse samenleving?
In hoeverre deelt u de mening dat de oplossing voor dit probleem gelegen is in kordaat politie-optreden, avondklokken, straatverboden, denaturalisatie, uitzetting indien daders nog niet de strafrechtelijke leeftijd hebben bereikt, het afpakken van zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderbijslag/kindgebondenbudget van ouders en eventueel wijkuitzetting van het complete gezin?
Antwoord 2, 3«Straatterreur» wordt onder andere uitgeoefend door jeugdigen die behoren tot een problematische jeugdgroep. Het kabinet zet in op het terugdringen van grensoverschrijdend gedrag van risicojongeren, individueel en in bendes, ongeacht afkomst. De aanpak van problematische jeugdgroepen is een prioriteit uit het regeerakkoord en één van de landelijke prioriteiten van de politie en het Openbaar Ministerie. De aanpak van overlast op straat is overigens in eerste instantie een lokale aangelegenheid. De Minister van Veiligheid en Justitie heeft met de VNG in het Strategisch Beraad Veiligheid afgesproken dat de aanpak van jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit een gezamenlijke prioriteit is, die met inbreng van gemeenten en Rijk resulteert in een gerichte aanpak van specifieke overlastgevende en/of criminele groepen. Er is een breed scala aan maatregelen beschikbaar, variërend van justiële maatregelen, tot maatregelen op het zorgterrein, tot trajecten waar de burgemeester een rol speelt.
Vraag 4Deelt u de mening dat u falende burgemeesters moet kunnen ontslaan? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 4De burgemeester is als gemeentelijk bestuursorgaan over al zijn functioneren aan de raad verantwoording verschuldigd. Het is dan ook aan de raad om hem ter verantwoording te roepen. In het verlengde daarvan is het in ons bestuurlijk bestel primair aan de raad om het functioneren van de burgemeester eventueel te sanctioneren.
Zie hier.