Ontbinding huurovereenkomst wegens drugsoverlast
Een woningstichting uit Enschede vordert ontbinding van de huurovereenkomst wegens overlast veroorzaakt door de zoon van hhurder:
“De woningstichting stelt dat zij heeft geconstateerd dat de woning aan de Klomp 75-21 vanaf begin 2009 niet meer wordt bewoond door [gedaagde], maar door zijn zoon. Door het gehuurde in gebruik af te staan aan een derde handelt [gedaagde] in strijd met de hiervoor onder 2 vermelde huurvoorwaarden en artikel 7:244 BW. Voorts stelt de woningstichting dat vanaf eind 2009 overlast wordt veroorzaakt vanuit de woning. De overlast bestaat uit aanloop van kennelijk drugspubliek, een wietlucht in en om de woning en geluidsoverlast. Bovendien wordt de woning verwaarloosd en is de meterkast open gebroken. De woningstichting heeft [gedaagde] meermalen opgeroepen voor een gesprek, maar hij is niet verschenen. Tevens heeft [gedaagde] een huurachterstand van 4 maanden, welke hij ondanks aanschrijving van de woningstichting niet heeft betaald. Gelet op het voorgaande bestaat er voldoende grondslag voor ontbinding van de huurovereenkomst.”
De huurder verschijnt niet ter zitting. De vordering van de verhuurder wordt toegewezen.
Zie LJN: BM2018