Kosten ontruiming hennepkwekerij kunnen niet worden verhaald op mede-eigenaar woning
Het college van b&w ontruimt op grond van de Woningwet een hennepkwekerij en wil de kosten verhalen op de mede-eigenaar van de woning. De rechtbank bepaalt dat deze mede-eigenaar niet als overtreder kan worden aangemerkt. De mede-eigenaar is de ex-partner van de bewoner en komt nooit meer in de woning. De Afdeling bevestigt deze uitspraak.
De Afdeling overweegt:
De rechtbank heeft terecht overwogen dat de omstandigheid dat [wederpartij] eigenaar is van het pand niet reeds leidt tot de conclusie dat zij kan worden aangemerkt als overtreder van het verbod, opgenomen in artikel 7b, tweede lid, aanhef en onder a, van de Woningwet, om het pand in strijd met de daarop van toepassing zijnde voorschriften te laten gebruiken. Anders dan het college betoogt, biedt de tekst van dat artikel, noch de parlementaire geschiedenis daarvan, aanleiding voor het oordeel dat de wijze van gebruik van een pand steeds voor rekening en risico van de (mede-)eigenaar van het pand komt.
Gelet op artikel 7b, tweede lid, aanhef en onder a, van de Woningwet, mag van de eigenaar van een pand worden gevergd dat hij zich tot op zekere hoogte informeert over het gebruik daarvan door derden. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (onder meer de uitspraak van 7 april 2010 in zaak nr. 200904180/1/H1), dient de eigenaar aannemelijk te maken dat hij niet wist en niet heeft kunnen weten dat het pand als hennepkwekerij werd gebruikt.
[wederpartij] heeft onweersproken gesteld dat zij en [partner] in september 2009 hun relatie hebben verbroken, waarna [partner] haar de verdere toegang tot de woning heeft geweigerd. Zij is toen verhuisd naar een andere woning, op welk adres zij ten tijde hier van belang stond ingeschreven in de GBA. Naar [wederpartij] onweersproken heeft gesteld, is zij in oktober 2009 nog één keer in de woning geweest om spullen op te halen, bij welk bezoek haar niets is opgevallen. Voorts heeft zij gesteld dat zij en [partner], nadat zij tot april 2010 hadden geprobeerd de woning via een makelaar te verkopen, hebben afgesproken dat [partner] de verkoop van de woning op zich zou nemen. [wederpartij] heeft onweersproken gesteld dat [partner] sinds de verbreking van de relatie heeft zorggedragen voor de betaling van de hypotheekrente en dat zij telefonisch contact met hem over de voortgang van de verkoop heeft onderhouden. Tijdens deze gesprekken heeft [partner] haar op verscheidene momenten medegedeeld dat potentiële kopers het huis kwamen bezichtigen. Intensiever contact was onmogelijk omdat de onderlinge verhoudingen ernstig waren verstoord, aldus [wederpartij] .
De rechtbank heeft, voornoemde omstandigheden in acht nemend, met juistheid overwogen dat [wederpartij] zich voldoende heeft geïnformeerd en niet wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat een deel van de woning als hennepkwekerij werd gebruikt. Gelet hierop heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat zij niet als overtreder kon worden aangemerkt zodat de kosten van ontmanteling van de hennepkwekerij niet ten laste van haar konden worden gebracht.
Zie LJN: BW3898.