Intrekking exploitatievergunning coffeeshop rechtmatig
De burgemeester van Amersfoort trekt een exploitatievergunning van een coffeeshop in. Daarnaast wordt een gedoogverklaring geweigerd. Tegen beide beslissingen gaat de exploitant in bezwaar. Aangezien de weigering niet als besluit wordt gezien, wordt het bezwaar niet ontvankelijk verklaard. Het bezwaar en beroep tegen de intrekking van de exploitatievergunning is wel ontvankelijk.
De burgemeester heeft de vergunning ingetrokken in het belang van de bescherming van de openbare orde & veiligheid en de bescherming tegen overlast. De exploitant is van slecht levensgedrag, aangezien deze veroordeeld is wegens overtreding van de Opiumwet. Daarnaast heeft hij een forse huurachterstand en verlangt de belastingdienst nog geld van hem. De rechtbank stelt:
‘Naar het oordeel van de voorzieningenrechter zijn bovengenoemde feiten en gedragingen in onderlinge samenhang bezien van een dusdanig gewicht dat verweerder op grond daarvan in redelijkheid tot het oordeel heeft kunnen komen dat eiser niet langer niet in enig opzicht van slecht levensgedrag is. Verweerder kon en mocht zich daarom op het standpunt stellen dat het van kracht blijven van de vergunning leidt tot schending van de belangen die met de vergunningverlening worden gediend. Verweerder was dan ook in dit geval bevoegd de verleende exploitatievergunning in te trekken.’
Zie BL1651.