Gemeente weigert omzettingsvergunning Huisvestingswet vanwege overlast
Het college van b&w van Utrecht weigert een omzettingsvergunning te verlenen omdat zij verwachten dat de omzetting van de woning naar onzelfstandige woonruimte overlast zal veroorzaken. De eigenaar van de woning is hier niet blij mee en stapt naar de rechter. Dat blijkt tevergeefs, want de rechter acht de weigering van de omzettingsvergunning rechtmatig. De opgelegde bestuurlijke boete wegens overtreding van de Huisvestingswet is ook rechtmatig.De rechtbank overweegt:
De voorzieningenrechter stelt voorop dat in beginsel een individuele belangenafweging plaatsvindt. Het belang van de aanvrager wordt afgezet tegen het belang van behoud of samenstelling van de woonruimtevoorraad. Bij de belangenafweging in het kader van de beslissing op een aanvraag om verlening van een omzettingsvergunning moet volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) ook de leefbaarheid in de omgeving van de desbetreffende woonruimte te worden betrokken, nu de Huisvestingswet, zoals de ABRvS eerder heeft overwogen, mede die leefbaarheid beoogt te beschermen door regulering van de samenstelling van de woonruimtevoorraad, om negatieve effecten op de omgeving door het op een bepaalde wijze bewonen van een woning te beperken. De voorzieningenrechter verwijst naar de uitspraak van 22 november 2006 (ECLI:NL:RVS:2006:AZ2803). Derhalve dient bij de beslissing op een aanvraag om verlening van een omzettingsvergunning ook te worden onderzocht of de leefbaarheid in de omgeving door de omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige in het gedrang komt, hetgeen aanleiding kan geven tot weigering van de gevraagde vergunning. De voorzieningenrechter verwijst naar de uitspraak van de ABRvS van 28 januari 2009 (ECLI:NL:RVS:2009:BH1114). De leefbaarheidstoets beperkt zich, in tegenstelling tot wat verzoeker heeft betoogd, niet tot de vraag of er sprake is van (concrete) overlast vanuit het pand waarvoor de vergunning wordt gevraagd. Zoals verweerder in het bestreden besluit, nader toegelicht ter zitting, gemotiveerd uiteen heeft gezet, ziet de leefbaarheidstoets op de vraag of en in hoeverre de leefbaarheid van de wijk/buurt/omgeving van de woning in het gedrang is, waarbij verschillende aspecten als de Utrechtse wijkenmonitor, het straatbeeld, het klachtenpatroon, de staat van onderhoud en clustervorming afzonderlijk danwel in samenhang bezien een belangrijke graadmeter vormen.
12.Volgens jurisprudentie van de ABRvS komt verweerder bij de beoordeling van de vraag of verlening van de omzettingsvergunning leidt tot een ontoelaatbare inbreuk op het woon- en leefmilieu van de (omgeving van de) woning een ruime mate van beoordelingsvrijheid toe. Dat oordeel van verweerder moet terughoudend worden getoetst. De voorzieningenrechter wijst op de uitspraak van 19 juni 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:CA3620).
13.Verweerder heeft zich bij de beoordeling gebaseerd op de Utrechtse wijkmonitor, het advies van de omzettingscommissie van 22 mei 2013 en het advies van de gebiedsmanager Veiligheid West van 8 mei 2013. Verder heeft verweerder informatie van de wijkadviseur van 28 maart 2013 betrokken bij de beoordeling. Zowel de omzettingscommissie als de gebiedsmanager hebben een negatief advies gegeven over verlening van de gevraagde vergunning. Uit het advies van de gebiedsmanager blijkt dat de wijkagent aandacht heeft gevraagd voor het omzettingsbeleid in relatie tot het woon- en leefmilieu in de [straat] en dat in overleggen tussen het buurtcomité [straat] en diverse partijen van de gemeente (van buurtbeheerder, adviseur wijkbureau west, coördinator bijzondere handhaving tot aan de wethouder) telkens de overlast van kamergewijze bewoning door studenten aan de orde komt. Uit deze informatie komt ook naar voren dat de woningen in de [straat] vanwege de bouwkundige staat (houten vloeren en boven- en benedenwoningen) niet geschikt zijn voor onzelfstandige bewoning. Uit de informatie die verweerder aan het besluit tot weigering ten grondslag heeft gelegd blijkt dat de kamergewijze bewoning in de Javastraat leidt tot aantasting van het woon- en leefklimaat in die straat.