Gekraakt pand mag worden ontruimd, geen bescherming artikel 8 EVRM
Een voormalige kerk wordt gekraakt en gebruikt als weggeefwinkel en als atelier. Het OM besluit andere kraken te ontruimen. De krakers van de kerk verzoeken de rechter om het OM te verbieden om de kerk te ontruimen. Dat verzoek wordt afgewezen. De panden worden niet gebruikt als woning, dus de bescherming door artikel 8 EVRM is niet van toepassing.De rechtbank overweegt:
Uitgangspunt van de wetgever bij de invoering van hiervoor genoemde wetsartikelen is dat kraken wordt gezien als een vorm van eigenrichting, aangezien krakers de leegstand op geheel eigen wijze menen te moeten bestrijden, waarbij het eigendomsrecht ontoelaatbaar wordt aangetast. Derhalve heeft de wetgever het kraken als misdrijf aangemerkt (MvT 31 560). Artikel 551a Sv biedt daarbij een strafrechtelijke ontruimingsbevoegdheid op grond van de enkele verdenking van wederrechtelijk binnendringen of vertoeven. Hierbij dient het begrip verdenking te worden begrepen als een redelijk vermoeden van schuld.
4.3.Gezien de stellingen van [eiseres] dient getoetst te worden of de beslissing van de Officier van Justitie om tot ontruiming over te gaan is gebaseerd op een redelijk vermoeden van schuld. De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze vraag bevestigend dient te worden beantwoord, nu tussen partijen niet in geschil is dat Contamo of Viveria nimmer toestemming aan [eiseres] heeft gegeven om de panden te gebruiken. Door [eiseres] zijn geen argumenten aangevoerd op grond waarvan zij heeft mogen menen wel tot het gebruik van de panden gerechtigd te zijn. Dat [eiseres] de panden al een aantal jaren in gebruik heeft en dat niet eerder is geprobeerd om de panden te ontruimen, betekent niet dat Contamo of Viveria met het gebruik heeft ingestemd. Bovendien heeft Viveria verschillende malen aan [eiseres] gevraagd het gebruik van de panden te beëindigen.
4.4.
De voorzieningenrechter stelt voorts vast dat de panden niet worden gebruikt als woonruimte, maar als winkel of activiteitenruimte, waardoor de aangekondigde ontruiming van de panden geen inbreuk maakt op het huisrecht van [eiseres], zoals beschermd in artikel 12 Grondwet en artikel 8 EVRM. Bij afwezigheid van een huisrecht van [eiseres] bestaat in dit geval geen ruimte voor een belangenafweging in het licht van artikel 8 lid 2 EVRM.