Ernstige geluidsoverlast leidt tot verlies huurwoning
Een huurder veroorzaakt sinds 2005 veel geluidsoverlast. Hij heeft al een overlastgeschiedenis en huurt deze woning in het kader van ‘laatste kans beleid’. De verhuurder vordert november 2009 bij de rechter dat de huurovereenkomst wordt ontbonden. In maart 2011 (dus bijna anderhalf jaar na de vordering en zes jaar na de eerste klachten!) ontbindt de rechter de huuroveereenkomst. De rechter overweegt:
Van belang is dat [gedaagde partij] een gewaarschuwd man was omdat met hem begin 2005 een ‘Overeenkomst met voorwaardelijke begeleiding’ was gesloten wegens eerdere overlast die tot een gedwongen ontruiming van zijn woning aan [straatnaam] had geleid. De huurovereenkomst van 3 mei 2005 was het gevolg van de ‘laatste kans’ die aan [gedaagde partij] was geboden, aldus de overweging in deze overeenkomst.
Verder is relevant dat de door [gedaagde partij] opnieuw veroorzaakte overlast zich over een langere periode uitstrekt, welke periode, gelet op de eerste overlastmeldingen en de getuigen-verklaringen, in elk geval begin 2007 is begonnen. Het veroorzaken van overlast is in artikel 6.3 van het toepasselijke huurreglement uitdrukkelijk verboden. De door [gedaagde partij] inmid-dels genomen maatregelen om overlast te voorkomen, zoals het wegdoen van zijn hond, het leggen van tapijt in zijn woning, en het wijzigen van de instellingen van zijn computer, nemen de (eerdere) tekortkoming niet weg. Die kan [gedaagde partij] immers niet meer teniet doen.
Om die reden staat evenmin de verhuizing van de familie [H] op 18 november 2010 (en de door [gedaagde partij] geopperde verhuizing van [S]) aan de ontbinding in de weg. De verhuizing poetst de tekortkomingen van [gedaagde partij] niet weg en er bestaat geen goede grond aan te nemen dat [gedaagde partij] niet opnieuw overlast zal veroorzaken, al is [L] wat dit betreft posi-tief gestemd. Het verleden heeft aangetoond dat [gedaagde partij] ondanks een periode van in-tensieve begeleiding, waarbij hem een laatste kans is geboden, geluidsoverlast heeft veroor-zaakt. Ook kan de invloed van de onderhavige procedure op het woongedrag van [gedaagde partij] niet worden uitgesloten: zo lang de procedure loopt zal [gedaagde partij] (meer) gemoti-veerd zijn overlast te voorkomen. Uit de bij dagvaarding overgelegde brieven van WOB aan [gedaagde partij], verzonden in de periode 18 januari 2007 tot en met 3 augustus 2009, blijkt dat [gedaagde partij] herhaaldelijk is gewezen op zijn verplichting geen overlast te veroorzaken. Desondanks is [gedaagde partij] die verplichting niet nagekomen.
Dat de beide zijburen (en trouwens ook de overige ‘diagonale’ buren) van [gedaagde partij] niet over geluidsoverlast hebben geklaagd betekent niet dat de klachten van de boven- en onderbu-ren niet reëel (kunnen) zijn. De andere buren kunnen om diverse, uiteenlopende redenen geen overlast hebben ondervonden en eerder heeft de kantonrechter overwogen dat de getuigen [H] en [S] een evenwichtige en betrouwbare indruk hebben achtergelaten.
De slotsom is dat, conform het wettelijk uitgangspunt, de tekortkoming de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De ontruiming zal op een termijn van twee weken worden gesteld. [gedaagde partij] dient als verliezende partij in de proceskosten te worden veroordeeld.
Zie LJN: BQ0565.