Boete van €10.000 wegens hennepplantage in sociale huurwoning is oneerlijk

Woningstichting Eigen Haard vordert een boete van €10.000 van een huurder, omdat in de huurwoning een hennepplantage is aangetroffen. Eigen Haard baseert deze boete op een bepaling uit de op de huurovereenkomst van toepassing zijnde algemene voorwaarden.

De desbetreffende bepaling luidt: “Indien huurder tekortschiet in de nakoming van enige verplichting uit de huurovereenkomst, dan wel uit deze algemene voorwaarden, is huurder een onmiddellijk opeisbare boete van € 50,00 per kalenderdag met een maximum van € 5.000,- verschuldigd, onverminderd het recht van verhuurder om naast de boete schadevergoeding, nakoming en/of ontbinding te vorderen. Deze boete geldt niet ten aanzien van verplichtingen uit de huurovereenkomst, dan wel uit deze algemene voorwaarden waar reeds een specifieke boete voor is overeengekomen.”

Deze bepaling is opgenomen door Eigen Haard met als bedoeling dat er een afschrikwekkende werking van uitgaat. De huurder betoogt dat het boetebeding oneerlijk is in de zin van de Richtlijn oneerlijke bedingen (93/13/EEG).

De kantonrechter overweegt dat er inderdaad sprake is van een oneerlijk beding. Zo is het beding te algemeen geformuleerd. De bepaling maakt namelijk geen onderscheid tussen de verschillende vormen van hennepteelt. Zodoende zou het kweken van één plant al de verschuldigdheid van de boete opleveren. Daarnaast is het beding zo algemeen geformuleerd dat het bezit van een zeer geringe hoeveelheid verboden stof uit de Opiumwet al tot verschuldigdheid van de boete kan leiden. Verder overweegt de kantonrechter dat enkel de mogelijkheid tot ontbinding van de huurovereenkomst en de mogelijkheid tot het vorderen van een schadevergoeding al afschrikwekkend genoeg is voor de huurder. Daarnaast acht de kantonrechter het van belang dat de boetes die de strafrechter oplegt voor het overtreden van de Opiumwet doorgaans veel lager zijn dan €10.000. Ten slotte benadrukt de kantonrechter dat mensen die in een sociale huurwoning wonen relatief een laag inkomen hebben. Hierdoor heeft de boete een disproportioneel karakter. Al deze omstandigheden samen maken dat er sprake is van een oneerlijk beding.

Rechtbank Amsterdam 5 februari 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:767

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBAMS:2020:767