Appartementsbewoners verliezen zaak over geluidsoverlast bovenburen
Bewoners van een appartement ondervinden geluidsoverlast van hun bovenburen. Zij dienen een klacht in bij de Vereniging van Eigenaars. Deze verklaart de klacht ongegrond, omdat de aangebrachte harde vloerbedekking voldoet aan de eisen uit het splitsingsakte en het huishoudelijke reglement. De klagers vorderen nu tevergeefs bij de rechtbank dat de vermeende overlastveroorzakers een afschrift moeten verstrekken waarin de verrichte isolatiemaatregelen zijn omschreven. De rechtbank overweegt:
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is op grond van hetgeen eisers in deze procedure hebben aangevoerd niet aannemelijk geworden dat er sprake is van ernstige en structurele overlast van de kant van gedaagden, zodanig dat dit een toewijzing van het gevorderde rechtvaardigt. Daarbij wordt betrokken dat de splitsingsakte en het huishoudelijke reglement juist op het punt van de geluidsisolatie voorschriften bevatten. Uit meergenoemd onderzoek van de VvE volgt dat gedaagden bij het aanbrengen van de plavuizen voldaan hebben aan de normen voor het aanbrengen van geluidsisolatie, zodat er vooralsnog niet kan worden aangenomen dat er sprake is van ernstige geluidsoverlast. Dat de in de rapportage van de VvE getrokken conclusies ondeugdelijk zijn is niet aannemelijk gemaakt. Het moge zo zijn dat eisers zelf veel overlast ondervinden van de geluiden uit de woning van gedaagden, doch niet aannemelijk is geworden dat deze geluiden anders dienen te worden opgevat dan normale woongeluiden. De door eisers gestelde geluidsoverlast wordt naar eigen zeggen ook alleen veroorzaakt door de isolatie onder de plavuizen vloer in de hal van de woning van gedaagden en niet door de overige in de woning gelegde vloerbekleding. Bovendien beperkt de gestelde overlast zich volgens hen tot de momenten dat de kleinkinderen van gedaagden bij hen verblijven. Dat laatste verklaart ook waarom, hoewel gedaagden de desbetreffende vloer al sedert 2005 in hun woning aanwezig hebben, eisers pas in 2009 zijn gaan klagen. Gegeven die situatie, waarbij met name zwaar moet wegen de inhoud van voornoemd rapport van de VvE, is onvoldoende aannemelijk dat de gestelde overlast meer omvat dan normale leefgeluiden die inherent zijn aan de woonsituatie van partijen. De voorzieningenrechter ziet daarom onvoldoende aanleiding gedaagden te veroordelen tot het toekennen van inzage in of het geven van een afschrift van de betreffende bescheiden. Dat eisers daarbij een rechtmatig belang hebben kan vooralsnog niet worden geoordeeld. De vordering van eisers zal derhalve worden afgewezen.
Zie LJN: BQ0516