Kamervragen: bestrijding overlastgevende jongeren
Vragen van de leden Karabulut en Kooiman (beiden SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie en de staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport over het bericht dat de politie het steeds drukker krijgt met de bestrijding van overlast door jongeren (ingezonden 20 oktober 2010).
Vraag 1Wat is uw reactie op het bericht dat de politie steeds vaker moet uitrukken om jongerenoverlast aan te pakken?1Vraag 2Wat is volgens u de verklaring voor het feit dat in 2009 ruim 118 duizend incidenten met straatbendes en jongerengroepen zijn gemeld, wat een stijging is van 6% ten opzichte van 2008?Vraag 3Deelt u de mening dat politie moet optreden tegen overlastgevende jongeren, maar dat u ook samen met gemeenten moet zorgen voor structurele afname jeugdoverlast? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?Vraag 4Hoe verklaart u de grote verschillen in gemelde incidenten met jongeren tussen gemeenten?Vraag 5Wat hebben de steden en wijken waarin de overlast door jongeren het grootst is met elkaar gemeen, bijvoorbeeld voor wat betreft werkloosheid, schooluitval en segregatie? Is dat al onderzocht en geanalyseerd? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid dat onderzoek te laten verrichten?Vraag 6In hoeverre zetten gemeenten ook in op preventieve maatregelen, zoals het tegengaan van werkloosheid, begeleiding naar school, inzet van jongerenwerkers en actief spreidingsbeleid, om de integratie te bevorderen? Kunt u uw antwoord toelichten?Vraag 7Bent u bereid te onderzoeken welke maatregelen door gemeenten om jongeren overlast tegen te gaan ook daadwerkelijk hebben gewerkt? Zo nee, waarom niet?Vraag 8In hoeverre kunnen de gemeenten van elkaar leren bij het hanteren van effectieve methodes om overlast door jongeren te voorkomen en tegen te gaan? Welke maatregelen neemt u om dat te bevorderen?
Zie hier.