Kamervragen: Weggepest gezin Slotervaart

Vragen van het lid Çörüz (CDA) aan de minister van Justitie over een echtpaar in Slotervaart dat daar al veertig jaar woont maar zo wordt belaagd door hun Marokkaanse buren en andere buurtgenoten dat het heeft besloten te verhuizen (ingezonden 31 maart 2010).

Antwoord van minister Hirsch Ballin (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Justitie) (ontvangen 26 mei 2010) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009-2010 nr. 2549).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel over het echtpaar in Slotervaart dat daar al veertig jaar woont maar zo wordt belaagd door hun Marokkaanse buren en andere buurtgenoten dat het heeft besloten te verhuizen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Kloppen de feiten in dit bericht met name dat het echtpaar geen aangifte durfde te doen?
Waarom heeft dit echtpaar niet anoniem aangifte kunnen doen?
Antwoord 2 en 3
Vanaf november 2009 tot en met februari 2010 zijn er door het echtpaar zeven meldingen gedaan van het gooien met eieren of sneeuwballen. Op al deze meldingen is gereageerd. In alle gevallen waren er echter geen bruikbare signalementen of persoonsaanduidingen, waardoor het niet mogelijk was om personen op te sporen. Daarom is het echtpaar niet specifiek uitgenodigd aangifte te doen van deze overtredingen. De redenering dat uit angst geen aangifte is gedaan, kan daarom niet worden bevestigd.
Vraag 4
Was in deze zaak een aangifte noodzakelijk om de treiteraars aan te pakken en op te pakken?
Antwoord 4
Nee, in deze zaak is het ontbreken van een aangifte geen beperkende factor geweest.
Vraag 5
Welke acties heeft de politie de afgelopen tijd ondernomen tegen de treiterende buren?
Antwoord 5
De meldingen in de periode november 2009 tot en met februari 2010 hebben geleid tot intensief toezicht. Ook heeft de buurtregisseur de overlast in het algemeen bij ouders/verzorgers ter sprake gebracht. Na deze periode is er geen overlast meer gemeld of waargenomen.
Vraag 6
Zijn de treiteraars bekend in het Veiligheidshuis en zijn de ouders aangesproken?
Antwoord 6
Onder regie van het stadsdeel is de bestrijding van overlast door samenwerking tussen diverse partijen vormgegeven. Daarbij worden ook specifieke overlastsituaties behandeld. Deze specifieke overlastsituatie is echter niet aan de orde geweest in, omdat er geen verdachten geïdentificeerd zijn.
Vraag 7
Heeft de woningbouwcorporatie de mogelijkheid om de overlastgevers te laten verhuizen in plaats van de slachtoffers?
Antwoord 7
Dat is mogelijk wanneer bekend is wie de overlastgevers zijn. Wanneer een huurder overlast ervaart van andere huurders en de verhuurder aanspreekt op dit gebrek, dan is de verhuurder verplicht maatregelen te nemen om dit gebrek op te heffen. Dit kan ertoe leiden dat de huur van deze overlastgevers wordt beëindigd. De verhuurder kan de huurovereenkomst opzeggen omdat «de huurder zich niet heeft gedragen zoals een goed huurder betaamt» (art. 2:274 lid 1 sub a BW) of ontbinden op grond van het door de huurder tekortschieten in de nakoming van zijn verplichtingen (wanprestatie) (art. 7:231 lid 1 BW).
Ontbinding van een huurovereenkomst van gebouwen of woonruimte kan alleen via de rechter. Dit heeft te maken met het bijzondere karakter van woonruimte. De rechter maakt een belangenafweging waarbij het gewicht van de tekortkoming wordt afgewogen tegen het woonbelang van de huurder.
Buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst is alleen mogelijk als het pand is gesloten op grond van de Wet Victoria (artikel 174a Gemeentewet), de Opiumwet (artikel 13b Opiumwet) of de Woningwet (7:231 lid 2 BW).
In alle gevallen is het aangewezen om ten behoeve van de bewijsvoering de overlast en het gevolgde voortraject goed te documenteren.
Vraag 8
Welke mogelijkheden ziet u voor dit echtpaar om de kosten van de gedwongen verhuizing te verhalen op de treiteraars?
Antwoord 8
Mogelijk kan het echtpaar de kosten van de verhuizing verhalen door middel van een vordering van schadevergoeding wegens onrechtmatige daad (art. 6:162 BW).
Uiteraard moet daarvoor bekend zijn wie de treiteraars zijn en moet er bewijs zijn van de onrechtmatige gedragingen van deze personen.

Zie hier.