Buren winnen rechtszaken over overlast honden
Een inwoner van Den Haag houdt vijftien Husky poolhonden in een kleine stadstuin. De honden worden volgens de Dierenbescherming niet verwaarloosd. De tuin wordt niet opgeruimd, waardoor stankoverlast ontstaat. Ook maken de dieren, door het blaffen, janken en piepen, lawaai. Negen buren stappen naar de rechter en eisen een verbod op het houden van meer dan twee honden wegens onrechtmatige hinder. De rechtbank wijst de vordering toe. De hondeneigenaar gaat in hoger beroep. Hij stelt dat geen sprake is van onrechtmatige hinder. Het Hof overweegt:
‘Of iemand hinder van de gedragingen van een ander ondervindt, is een subjectieve beleving. Gelet op de vele schriftelijke verklaringen die [geïntimeerde] in het geding heeft gebracht van de omwonenden en van derden die bij omwonenden op bezoek zijn geweest over door hen in dit geval ondervonden hinder, kan ervan worden uitgegaan dat in ieder geval, subjectief gezien, ernstige hinder wordt ervaren en deze breed wordt gedragen. Er is geen enkele aanwijzing dat er sprake is van een bijzondere overgevoeligheid bij een of meer omwonenden.’
Het Hof laat de uitspraak in stand. Zie BK2852.