Burgemeester sluit café na vechtpartij op grond van APV
De burgemeester van Dordrecht sluit op grond van de APV een café. In en rond het café hebben vechtpartijen plaatsgevonden. Daardoor is een gevaar voor de openbare orde ontstaan. De Afdeling acht dit optreden van de burgemeester rechtmatig:
Gelet op het aantal personen dat bij voormelde vechtpartijen betrokken was en op de omvang van het noodzakelijke politie-ingrijpen, heeft de rechtbank met juistheid overwogen dat de burgemeester zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat deze vechtpartijen de vrees wettigden dat het geopend blijven van het danscafé gevaar opleverde voor de openbare orde en een bedreiging vormde voor het woon- of leefklimaat in de omgeving van het danscafé. Derhalve was de burgemeester op grond van artikel 2.3.8, tweede lid, aanhef en onder f, en artikel 2.3.9, eerste lid, aanhef en onder c, van de APV bevoegd om de voor de exploitatie van het danscafé verleende vergunning te schorsen en om het danscafé al dan niet tijdelijk gesloten te verklaren.
De schorsing van de vergunning voor de duur van drie maanden en de geslotenverklaring van het danscafé voor dezelfde duur zijn in overeenstemming met het in het Handhavingsbeleid neergelegde beleid ten aanzien van zeer ernstige incidenten. De rechtbank heeft dat beleid terecht niet kennelijk onredelijk geacht. Zoals de rechtbank evenzeer terecht heeft overwogen, is voor de vraag of de gebeurtenissen van 30 mei 2009 een zeer ernstig incident in de zin van het Handhavingsbeleid vormen, niet van doorslaggevend belang of bewezen is dat een steekincident heeft plaatsgevonden. In het Handhavingsbeleid worden niet alleen steekincidenten, maar ook grootschalige vechtpartijen als zeer ernstige incidenten aangemerkt. Het feit dat de gebeurtenissen van 30 mei 2009 grootschalige vechtpartijen betreffen, brengt derhalve reeds met zich dat zij een zeer ernstig incident in de zin van het Handhavingsbeleid vormen. Het betoog faalt.
Zie LJN: BV0562.