Woonoverlast is reden voor ontruiming van huurwoning
Een huurder veroorzaakt veel woonoverlast voor de buren. Een typisch geval van woonoverlast. De verhuurder stapt om de woonoverlast te stoppen naar de kortgedingrechter. Deze wijst de vordering tot ontruiming van de huurwoning toe. Het hof steunt de voorzieningenrechter. De woonoverlast is voldoende vast komen te staan:
7. Gegeven de aard van de problematiek (beweerdelijke overlast) was het spoedeisend belang voor Acantus, als verhuurder van de flat waarvan de woning welke door [appellant sub 1] en [appellante sub 2] deel uitmaakte, gegeven.
8. Het hof stelt vast dat de kantonrechter zijn beslissing mede heeft gebaseerd op verklaring van de door hem ter zitting gehoorde wijkagent. Alhoewel een verslag van die verklaring niet in het vonnis is opgenomen en een proces-verbaal van die zitting zich niet bij de stukken bevindt, is op grond van hetgeen [appellant sub 1] en [appellante sub 2] dienaangaande in de toelichting op hun grieven hebben gesteld en hetgeen Acantus in reactie daarop heeft aangegeven, duidelijk dat het ging om de wijkagent [naam] die – zoals blijkt uit de vaststaande feiten – intensief bij het hele traject betrokken is geweest. Ook al heeft deze wijkagent wellicht de overlast niet zelf geconstateerd, duidelijk is dat de klachten die hem terzake meermalen hebben bereikt, door hem zo serieus zijn genomen dat hij ter zitting heeft bevestigd dat er herhaaldelijk sprake is geweest van ernstige (geluids)overlast.
9. Op grond daarvan en op grond van de overige vaststaande feiten, een en ander in onderling verband en samenhang bezien, is het hof voorshands van oordeel dat de gestelde (geluids)overlast voldoende is komen vast te staan. Het hof merkt in dat verband nog op dat de kort gedingprocedure zich niet leent voor uitgebreide bewijslevering, zodat aan het bewijsaanbod van [appellant sub 1] en [appellante sub 2] – wat daar verder ook van zij – wordt voorbijgegaan.
10. De conclusie van de kantonrechter, dat de bodemrechter desgevraagd met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal oordelen dat de huurovereenkomst in kwestie moet worden ontbonden, is derhalve gerechtvaardigd en de gevorderde ontruiming is terecht toegewezen.
Zie LJN: BQ8700