Voorzieningenrechter Raad van State: Amsterdamse APV niet in strijd met Dienstenrichtlijn

De burgemeester van Amsterdam weigert de verlenging van een exploitatievergunning van een café, omdat de exploitant wordt verdacht van betrokkenheid bij een overval met geweldpleging. De Algemene Plaatselijke Verordening van Amsterdam (APV) bepaalt dat de burgemeester een vergunning mag weigeren indien het woon- en leefklimaat, de openbare orde of de veiligheid nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van het horecabedrijf. De APV bepaalt verder dat de burgemeester rekening mag houden met het levensgedrag van de exploitant. De exploitant is in beroep gegaan bij de rechtbank en de rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard.

De rechtbank overweegt dat het begrip ‘levensgedrag’ niet voldoet aan de Europese Dienstenrichtlijn (Richtlijn 2016/123/EG). Volgens artikel 10 van de Dienstenrichtlijn moeten vergunningenstelsels duidelijk, ondubbelzinnig, objectief, transparant en toegankelijk zijn. Er is sprake van strijd met de Dienstenrichtlijn, want de exploitant kon en hoefde niet te weten dat de verdenking van de overval zou meespelen bij de weigering van de vergunning. In de toelichting op de betreffende bepaling uit de APV staan namelijk alleen voorbeelden van overtredingen die vanuit de inrichting worden gepleegd, zoals betrokkenheid bij harddrugs of heling. De overval waarvan de exploitant verdacht wordt, is niet in of vanuit het café gepleegd.

De burgemeester verzoekt om een voorlopige voorziening bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen sprake is van strijd met de Dienstenrichtlijn. Het is voldoende duidelijk en ondubbelzinnig, objectief, transparant en toegankelijk om iemand zijn levensgedrag tegen te werpen. De burgemeester mag ook rekening houden met feiten en omstandigheden die niet gerelateerd zijn aan de exploitatie van de inrichting. Het feit dat er in de toelichting op de APV alleen gesproken wordt over incidenten vanuit de horeca-inrichting maakt dit niet anders. De verdenking van de geweldpleging in samenhang met andere antecedenten laten een patroon van strafbare feiten zien. Daardoor wordt de openbare orde en het woon- en leefklimaat nadelig beïnvloed door de aanwezigheid van het café. De burgemeester mocht daarom de verlenging van de exploitatievergunning weigeren.

Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State 5 maart 2020, ECLI:NL:RVS:2020:689.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2020:689

Zie ook Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State 5 maart 2020, ECLI:NL:RVS:2020:690, voor een vergelijkbare zaak.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2020:690