Verlaten hennepkwekerij (2 hennepplanten aanwezig) kan niet worden gesloten op grond van 13b Opiumwet
De burgemeester van Den Bosch sluit op grond van art. 13b Opiumwet een pand waarin een verlaten hennepkwekerij is aangetroffen. De hennepplanten zijn op twee na geoogst. De eigenaar van het pand stelt dat daarom geen handelshoeveelheid drugs zijn aangetroffen en dat daarom niet op grond van art. 13b Opiumwet kan worden gesloten. De voorzieningenrechter is het daarmee eens:
8. De voorzieningrechter ziet zich allereerst geplaatst voor de vraag of verweerder op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet bevoegd was om tot sluiting over te gaan. Niet in geschil is dat de aangetroffen hennepplanten kunnen worden aangemerkt als een middel als bedoeld in lijst II. Evenmin is in geschil dat het pand kan worden aangemerkt als een lokaal in de zin van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet. Het geschil spitst zich toe op de vraag of er hennepplanten in de lokalen zijn verkocht, afgeleverd of verstrekt, dan wel daartoe aanwezig zijn geweest in de zin van deze bepaling.
9. Vast staat dat voorafgaande aan de controle bovenmatig stroomverbruik is gemeten betreffende de panden [weg] [nummer] tot en met [nummer] en [weg] [nummer] tot en met [nummer]. en dat in het bedrijfspand van verzoeker apparatuur is aangetroffen geschikt om grote hoeveelheden hennepplanten te telen. Hoewel op grond hiervan aannemelijk wordt dat er in het pand [adres] daadwerkelijk hennep is geteeld en geoogst, kan de voorzieningenrechter er niet aan voorbijgaan dat tijdens de controle slechts twee hennepplanten zijn aangetroffen.
10. Op grond hiervan is de voorzieningenrechter van oordeel dat niet zondermeer kan worden aangenomen dat sprake is van het verboden middel hennep dat wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt, danwel daartoe aanwezig was, als bedoeld in artikel 13b van de Opiumwet. De aangetroffen hoeveelheid van twee hennepplanten is dusdanig klein dat sprake zou kunnen zijn van een hoeveelheid voor eigen gebruik. De vraag die dan rijst is of verweerder gelet op de aangetroffen kwekerij en illegale stroomaftap in onderhavige zaak bevoegd is om het bedrijfspand van verzoeker te sluiten.
11. De voorzieningenrechter acht onderhavige procedure, waarbij slechts een voorlopig oordeel wordt gegeven, niet geschikt voor het beantwoorden van de vraag of de wetgever zo’n ruime interpretatie van artikel 13b van de Opiumwet voor ogen heeft gehad. Alvorens hierover ten gronde kan worden geoordeeld zal verweerder aan dit punt bij het te nemen besluit op bezwaar nader aandacht dienen te besteden. Verweerder dient nader te motiveren of op grond van de feiten in redelijkheid kan worden aangenomen dat er een handelshoeveelheid hennep in de loods aanwezig was om te worden verkocht, afgeleverd of verstrekt.
Zie LJN: BU9065.