Verhuurder kan huurder na vondst hennepkwekerij boete van 900 euro opleggen
In een woning wordt een hennepkwekerij (55 planten) aangetroffen. De huurder zeggen zelf de huurovereenkomst op. Daarnaast legt de verhuurder een contractuele boete op. De rechter gaat daarmee akkoord:
3.4. Onder verwijzing naar het op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van bevin-dingen van 21 februari 2011 is naar het oordeel van de kantonrechter in voldoende mate komen vast te staan dat er in ieder geval drie eerdere oogsten zijn geweest. Aan de stelling van [gedaagde sub 1] bij antwoord dat hij ‘nooit eerder gekweekt’ heeft, gaat de kantonrechter voor-bij, nu deze stelling ongeloofwaardig is, gelet op de vermelding in het proces-verbaal dat [gedaagde sub 1] heeft verklaard dat hij één maal eerder heeft geoogst.
Portaal heeft onweersproken gesteld dat met één kweek ongeveer tien weken zijn gemoeid. Uitgaande van de hiervoor genoemde drie kweken, heeft Portaal genoegzaam aangetoond dat er in ieder geval gedurende 30 weken een hennepkwekerij ter plaatse aanwezig is geweest. Hieruit volgt derhalve dat Portaal gerechtigd was om [gedaagden] een boete van € 900,- op te leggen. Dit deel van de vordering zal dan ook worden toegewezen.
[gedaagden] hebben aangevoerd dat [gedaagde sub 2] niet op de hoogte was van de hennepkwekerij, zodat zij niet gehouden kan worden om deze boete te betalen. De kantonrechter volgt [gedaagden] hierin niet. [gedaagden] hebben gesteld dat [gedaagde sub 2] de woning in november 2010 heeft verlaten. Uitgaande van voormelde periode van 30 weken, terug te rekenen vanaf 21 fe-bruari 2011, was de hennepkwekerij er ook al vóór november 2010. Hieruit volgt derhalve dat (ook) [gedaagde sub 2] als huurder van de woning kennis had, althans kennis had moeten hebben van deze kwekerij en dat zij hiervoor mede-aansprakelijk is.
Zie LJN: BU8738.