Overlast rond buurthuis: burgemeester weigert exploitatievergunning
De burgemeester van Weesp weigert een exploitatievergunning voor een buurthuis te verlenen. Buurtbewoners klagen over overlast rondom het buurthuis.
De rechtbank overweegt:
Nu verweerders primaire weigeringsgrond geen stand houdt, komt het aan op de vraag of verweerder zich in redelijkheid op standpunt heeft kunnen stellen dat door overlast de woon- en leefsituatie in de omgeving van buurthuis Nedi op een ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.
4.4. Uitgangspunt is dat verweerder beoordelingsvrijheid heeft met betrekking tot de vraag of de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van het horecabedrijf. Het besluit moet daarom terughoudend worden getoetst.
4.5. Uitgangspunt is ook dat de overlast wel dient te blijken uit objectieve gegevens. De rechtbank verwijst in dit verband naar de uitspraak van de Afdeling van 14 december 2005, LJN: AU7939, r.o. 2.6.1, waarin is overwogen dat de bewijsvoering van overlast moet bestaan uit feitelijke, objectieve en controleerbare gegevens.
4.6. De rechtbank is van oordeel dat in dit geval verweerders oordeel dat sprake is van ontoelaatbare overlast in toereikende mate wordt gedragen door feitelijke, objectieve en controleerbare gegevens. Daarbij heeft de rechtbank onder meer de volgende uit de gedingstukken naar voren gekomen gegevens in aanmerking genomen.
De rechtbank somt vervolgens enkele feiten over de overlast op:
4.6.6. De politie heeft naar aanleiding van de aangevraagde exploitatievergunning op 13 januari 2009 een advies uitgebracht. Dit advies vermeldt onder meer het volgende:
“De politie adviseert de burgemeester de vergunning niet te verlenen. De politie baseert zich hierbij op informatie van de wijkagent, informatie uit de geautomatiseerde systemen, een bijeenkomst welke gehouden is op het politiebureau te Weesp waarbij bewoners uit de directe omgeving van het onderhavige pand aanwezig waren en een bijeenkomst met ondernemers, burgemeester en de politie. (…) De wijkagent is oog en oor in zijn wijk. In zijn regelmatige contacten met bewoners blijkt hem dat deze overlast ondervinden van de aanwezigheid van Nedi. Ook heeft hij regelmatig gesprekken gevoerd met de ondernemers van Nedi. In deze gesprekken heeft hij een bemiddelende rol trachten te spelen tussen bewoners en ondernemers. Deze inspanningen hebben niet geleid tot een significant minder aantal klachten. (…) Bij het raadplegen van de informatie/registratiesystemen van de regiopolitie Gooi en Vechtstreek van 1 januari 2008 tot en met heden werden er ruim 58 meldingen gevonden aangaande overlast veroorzaakt door bezoekers van Nedi: geluidsoverlast (…) parkeeroverlast (…) overlast van dronkenschap (…) intimidatie van omwonenden (…) overlast van stilstaande voertuigen (…) overlast van zwerfvuil (…) overlast van bedrijfsafval (…) klachten van omwonenden door het niet naleven van de sluitingstijd van 23.00 uur.”
De rechtbank komt tot de volgende conclusie:
4.8. De rechtbank komt tot de slotsom dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van het horecabedrijf. Daarbij heeft hij voorts de aanwezige spanningen in de buurt kunnen betrekken. Dat er spanningen zijn is in feite ook erkend door de gemachtigde van eiser, die tijdens de eerste zitting bij de rechtbank onomwonden heeft verklaard dat het duidelijk is dat de sfeer in de buurt verpest is.
Zie LJN: BQ6289.