Overlast door seksfeesten niet bewezen, huurder hoeft woning te ontruimen
Een verhuurder stelt dat huurder meerdere keren voor geluidsoverlast heeft gezorgd. De huurder gebruikt de woning volgens de verhuurder bedrijfsmatig voor seksactiviteiten. De verhuurder vordert dat de woning ontruimd moet worden.
De voorzieningenrechter overweegt:
3.5 De voorzieningenrechter oordeelt met De Woonplaats dat structurele overlast die door de huurder aan zijn omgeving wordt aangedaan, voldoende reden kan opleveren tot ontruiming. Of de overlast in concreto de ontruiming rechtvaardigt hangt niet slechts af van de aard van de overlast, maar ook van bijkomende factoren als de lengte van de huurrelatie en de wijze waarop de huurder zich voor het overige al dan niet als goed huurder heeft gedragen.
3.6 In het onderhavige geval is sprake van een huurrelatie die al meer dan 9,5 jaren bestaat. Niet gesteld of gebleken is dat [gedaagde] zich gedurende die jaren niet als goed huurder heeft gedragen, behoudens de laatste paar maanden. De door De Woonplaats ter onderbouwing van haar stellingen geproduceerde verklaringen en stukken hebben grotendeels betrekking op overlast in de maanden augustus en september 2011. Die verklaringen kunnen niet tot het oordeel leiden dat [gedaagde] zich structureel aan het hem verweten gedrag heeft schuldig gemaakt. De meldingen in het politieregister, hoe talrijk ook binnen een kort tijdsbestek, hebben telkens als basis de mededeling van de politie dat er geen geluidsoverlast door de politie is waargenomen. Hetzelfde geldt voor de door functionarissen van De Woonplaats afgegeven verklaringen. Zij hebben niet persoonlijk daadwerkelijke geluidsoverlast vastgesteld.
3.7 Evenzeer kan op grond van de afgelegde verklaringen naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet in voldoende mate worden vastgesteld dat [gedaagde] zijn woning ter beschikking stelt voor beroepsmatige of excessieve sekscontacten, zoals door de Woonplaats mede aan haar vordering ten grondslag gelegd.
3.8 Op grond van de verklaringen van omwonenden alsmede op die van [gedaagde] zelf oordeelt de voorzieningenrechter dat wel is gebleken van ongewenste (geluids)overlast gedurende de laatste twee maanden,maar de voorzieningenrechter oordeelt die overlast ,gelet op de duur van de huurovereenkomst en de beperkte periode waarin de overlast zich ogenschijnlijk heeft voorgedaan, op dit moment niet zwaarwegend genoeg om daarop de vordering tot ontruiming te baseren. Het spreekt vanzelf dat dit oordeel anders zou kunnen gaan luiden als [gedaagde], in tegenstelling tot hetgeen hij ter zitting heeft betoogd, het vanuit zijn woning geproduceerde geluid niet zou weten te reduceren of geen halt zou toeroepen aan overlast veroorzakende drugskoeriers die naar hij stelt eerder wel aan zijn deur kwamen.
De huurder hoeft de woning niet te ontruimen.
Zie LJN: BT7254