Huurder veroorzaakt overlast en moet woning ontruimen
Een huurder veroorzaakt overlast (geluidsoverlast) voor de omwonenden. De verhuurder vordert dat de woning ontruimd wordt. De kantonrechter wijst deze vordering toe.
De kantonrechter stelt over de overlast:
[gedaagde 1] heeft ter zitting erkend overlast te veroorzaken. Ook heeft hij erkend dat andere buurtbewoners dan zijn buurvrouw, tegen wie zijn gedrag is gericht, kunnen meegenieten van de door hem veroorzaakte overlast. Er veronderstellenderwijze vanuit gaande dat een aantal overlast gevallen niet door [gedaagde 1] is veroorzaakt, zoals hij zelf aanvoert, dan nog is er sprake van een groot aantal gevallen waarin de overlast wel door hem is veroorzaakt. [gedaagde 1] heeft aangevoerd dat hij zelf ook zou worden gepest en dat anderen beginnen met het veroorzaken van overlast, wat bij hem een bepaald gedrag uitlokt. Dat hij zou worden gepest en dat anderen beginnen met het veroorzaken van overlast, is door hem echter niet concreet gemotiveerd onderbouwd en blijkt ook overigens nergens uit, zodat hieraan voorbij gegaan wordt. Uit de bij dagvaarding overgelegde producties blijkt dat de overlastmeldingen -die elkaar bevestigen- afkomstig zijn van een zestal adressen en dat de overlastperiode is aangevangen vanaf begin 2010 en derhalve al twee jaar voortduurt. Uit de door [gedaagde 1] niet concreet weersproken klachten blijkt, dat hij gedurende een langere periode ernstige en structurele overlast heeft veroorzaakt. Ondanks gesprekken met en brieven van Brabantse Waard en de waarschuwingen voor de gevolgen van zijn gedrag, heeft [gedaagde 1] volhardt in zijn gedrag. Het langdurig veroorzaken van overlast levert een tekortkoming op van [gedaagde 1] in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst, die niet bijzonder van aard of gering van betekenis is. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter zal het voorgaande in een bodemprocedure hoogst waarschijnlijk leiden tot een ontbinding van de huurovereenkomst en een veroordeling tot ontruiming. Gelet op de ernst van de door [gedaagde 1] erkende overlast, die ook niet meer ongedaan te maken is, is de kantonrechter van oordeel dat van Brabantse Waard niet verwacht mag worden dat zij de huur door [gedaagde 1] laat voortduren en een uitspraak in een bodemprocedure moet afwachten. Dat [gedaagde 1], zoals hij zelf aangeeft, al enkele weken geen overlast meer heeft veroorzaakt, laat het voorgaande onverlet. Hij is voordien voldoende gewaarschuwd wat de gevolgen zouden kunnen zijn van zijn gedrag, en de recente -door [gedaagde 1] gestelde en door Brabantse Waard betwiste- gedragswijziging lijkt louter ingegeven te zijn door de op handen zijnde en inmiddels aangespannen procedure. De kantonrechter veroordeelt [gedaagde 1] dan ook om zijn woning te verlaten en te ontruimen.
De overlast is voldoende ernstig om een ontruiming te rechtvaardigen.
Zie LJN: BV7897.