Gerechtshof zet huurder na hennepteelt alsnog uit huurwoning
In een woning wordt een niet operationele hennepkwekerij gevonden. De woning is ook vervuild en de huurders hebben een huurachterstand. De verhuurder vordert tevergeefs bij de kantonrechter de ontbinding van de huurovereenkomst en gaat in hoger beroep.
Het Hof overweegt over de stelling dat de kantonrechter niet had mogen oordelen dat de tekortkoming als gevolg van de hennepteelt niet ernstig genoeg was voor ontbinding van de huurovereenkomst:
Zoals de kantonrechter terecht heeft overwogen vormt het commercieel exploiteren van een hennepkwekerij in het gehuurde een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst door [geïntimeerde]. Ingevolge artikel 6:265 BW geeft iedere tekortkoming van een partij aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Niet juist is de stelling van Vestia, dat in geval van een hennepkwekerij de tekortkoming zo ernstig is dat een “tenzij-situatie” niet aan de orde kan zijn. In zoverre faalt grief 4.
Het gerechtshof vervolgt:
Dat neemt niet weg dat uitgangspunt is dat de aanwezigheid van een hennepkwekerij een ernstige tekortkoming oplevert die ontbinding rechtvaardigt en dat slechts onder bijzondere omstandigheden plaats kan zijn voor een uitzondering op deze hoofdregel. In dit geval is van belang dat uit de omstandigheden als vermeld in de eerdergenoemde mail van 23 maart 2010 (zie hierboven onder 2.5.) naar het oordeel van het hof afdoende blijkt dat de kwekerij niet slechts korte tijd operationeel is geweest. Grief 2 slaagt dan ook. Voorts heeft Vestia een punt waar zij erop wijst dat het feit dat de kwekerij niet in werking was ten tijde van de ontdekking, niet betekent dat de kwekerij toen al op eigen initiatief was ontmanteld, zoals [geïntimeerde] in eerste aanleg heeft gesteld. Vestia merkt terecht op dat het feit dat een grote hoeveelheid vuilniszakken met voeding voor hennepplanten is aangetroffen (zie wederom de mail van 23 maart 2010) veeleer doet vermoeden dat er plannen waren om opnieuw te gaan kweken. Ook uit de in appel overgelegde foto’s blijkt niet van ontmanteling: alles lijkt nog intact te zijn. Ook grief 3 slaagt.
Het hof ontbindt alsnog de huurovereenkomst wegens de hennepteelt.
Zie LJN: BQ4784.