Gedragsaanwijzing overtreden: huurwoning verlaten
De kantonrechter in Utrecht heeft bij vonnis aan huurder een gedragsaanwijzing opgelegd voor een periode van zes maanden, met een dwangsom van 500 euro voor elke keer dat hij zich niet aan de gedragsaanwijzing houdt. De gedragsaanwijzing houdt in dat de huurder medewerkers van de verhuurder en (bestuurs)leden van de huurdersbelangenvereniging niet mag bedreigen, uitschelden, mishandelen, of anderszins onheus mag bejegenen, hen niet mag benaderen over kwesties die te maken hebben met de huurdersbelangenvereniging en/of over zaken die niet gaan over de woning of over de huurbetaling.
De huurder heeft zich gedurende de zes maanden zich eenmaal niet aan de gedragsaanwijzing gehouden, en de verhuurder heeft 500 euro bij huurder geïncasseerd.
Verhuurder stelt in een nieuwe rechtszaak dat de huurder na afloop van de zes maanden weer volledig is vervallen in zijn oude gedrag. De verhuurder verzoekt de rechtbank daarom de huurovereenkomst te ontbinden vanwege slecht huurdersgedrag.
De rechtbank stelt vast dat huurder zich na het aflopen van de gedragsaanwijzing schuldig heeft gemaakt aan fysiek geweld tegen een medewerker van de verhuurder en een bestuurslid van de huurdersbelangenvereniging. Ook heeft huurder zich telefonisch bedreigend uitgelaten tegen bestuursleden. Ook ter zitting vertoont huurder intimiderend en onbeheerst gedrag. Hij stormt zelfs boos de zittingszaal uit en heeft de deur hard achter zich dichtgegooid.
De rechtbank oordeelt dat huurder er geen blijk van heeft gegeven te snappen dat zijn gedrag grensoverschrijdend is en dat hij met het gedrag moet ophouden. Van de verhuurder kan in redelijkheid niet meer worden gevergd om de huurrelatie met huurder voort te zetten. De rechtbank ontbindt de huurovereenkomst en veroordeelt de huurder om de huur binnen één maand te ontruimen.
Rb. Midden-Nederland 27 november 2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:6438