Gebiedsverbod pedofiel wederom onrechtmatig
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht heeft het door de burgemeester van Utrechtse Heuvelrug aan een pedofiel opgelegde gebiedsverbod onrechtmatig verklaard. De kans op recidive rechtvaardigt een gebiedsverbod op grond van artikel 172 lid 3 Gemeentewet niet. Daarnaast is de dreigende verstoring van de openbare orde door maatschappelijke onrust en boze burgers niet aannemelijk gemaakt. De rechter merkt het volgende op:
‘Daarbij is nog van belang dat het gebiedsverbod aan [de pedofiel] is opgelegd, terwijl de burgemeester vreest voor intolerantie, vijandigheden en ordeverstoringen door derden, te weten omwonenden en ouders van kinderen.’
De rechter merkt nog op dat indien wel sprake zijn geweest van (ernstige vrees voor) verstoring van de openbare orde, het verbod de rechterlijke toets niet had doorstaan. Een verbod mag namelijk niet voor onbepaalde tijd worden opgelegd. Ook is een verbod voor het gehele grondgebied niet toegestaan. De rechter stelt het volgende:
‘Indien de door verweerder aan het besluit ten grondslag gelegde redenering voldoende zou zijn om een gebiedsverbod voor het gehele grondgebied van de gemeente te rechtvaardigen, dan zou dat ook gelden voor elke andere gemeente waar verzoeker zich (tijdelijk) vestigt. Als de burgemeesters van die gemeenten een soortgelijke aanpak kiezen als verweerder heeft dat tot gevolg dat verzoeker feitelijk overal tot ongewenst persoon kan worden verklaard en uit de betreffende gemeenten kan worden verwijderd. Dit kan niet worden aanvaard. Ook een veroordeelde pedoseksueel, die zijn gevangenisstraf heeft uitgezeten, zal zich ergens moeten kunnen vestigen.’
Zie BK5246 en Volkskrant. Zie ook eerdere berichten (1) en (2) op deze site.