Burgemeester weigert evenementenvergunning vanwege te verwachten overlast
De burgemeester van Venray weigert een evenementenvergunning te verlenen voor het houden van races op een racecircuit. Hij verwacht dat de races overlast zullen veroorzaken. De rechtbank verklaart het beroep van de organisator van de races ongegrond. De burgemeester mocht de evenementenvergunning weigeren.
De rechtbank overweegt over de evenementenvergunning en de apv:
Eisers voeren tevens aan dat de evenementenvergunning in strijd is met de APV. Ter zitting heeft de gemachtigde van eisers betoogd dat de onder sub d van artikel 1:8 van de APV opgenomen weigeringsgrond, de bescherming van milieu, niet nader is geëxpliciteerd in het evenementenbeleid. In zijn verweerschrift stelt verweerder zich op het standpunt dat bij een aanvraag beoordeeld dient te worden welke gevolgen het evenement heeft voor het milieu. Zoals weergegeven in het advies overweegt de commissie dat de weigeringsgrond tot doel heeft de belangen van de omwonenden en hun leefklimaat mee te laten wegen in de beoordeling. De rechtbank overweegt dat, mede in het licht van de door verweerder gegeven toelichting dat de APV van oudsher een overlastverordening betreft, aansluiting moet worden gezocht bij de taalkundige uitleg van het begrip milieu. Van Dale groot woordenboek van de Nederlandse taal verstaat onder ‘milieu’ het leefklimaat: “het geheel van uitwendige omstandigheden die van invloed zijn op de leefomstandigheden, het welzijn van mensen dieren en planten in een gebied of in het algemeen, zoals de toestand van de atmosfeer, van het water, van de bodem, overheersende geluiden (lawaai) enz.”. Hiervan uitgaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder terecht en op een juiste wijze rekening heeft gehouden heeft gehouden met het leefklimaat van omwonenden in zijn beoordeling. Nu niet is gebleken van een in strijd met de APV verleende evenementenvergunning verwerpt de rechtbank deze beroepsgrond.
De rechtbank heeft er begrip voor dat omwonenden van het circuit geluidoverlast ervaren, wat van invloed is op hun woon- en leefklimaat. Verweerder heeft echter tijdens het evenement op 20 augustus 2011 geluidcontrolemetingen laten verrichten door een onafhankelijk adviesbureau op het gebied van onder meer akoestiek, lawaaibeheersing en trillingstechniek. In het door het adviesbureau opgemaakte rapport is naar aanleiding van de geluidcontrolemeting wordt opgemerkt dat het circuit aan de westzijde niet geheel sluitend was, maar een verrijdbaar scherm uit veiligheidsoverwegingen niet kon worden gebruikt vanwege teveel wind. Door het adviesbureau is geconcludeerd dat, zoals ook toegelicht tijdens de behandeling ter zitting, er geen sprake is geweest van een overschrijding van de geluidsnorm. Ondanks het gegeven dat de geluidsmeting plaats heeft gevonden nadat verweerder het bestreden besluit heeft genomen en enkel het besteden besluit ter toetsing aan de rechtbank voorligt, acht de rechtbank de resultaten van de geluidcontrolemetingen een bevestiging van het door verweerder ingenomen standpunt dat het leefklimaat van omwonenden niet onevenredig is aangetast. Eisers hebben niets aangevoerd waaruit blijkt dat dit standpunt onjuist zou zijn.
Zie LJN: BV7738.