Hennepkwekerij, dwaling en afgewezen vordering tot ontbinding
In een huurwoning treft de politie een hennepkwekerij aan. De huurster zegt tijdens een gesprek de huurovereenkomst op. Deze opzegging wil zij later herroepen. Er zou sprake zijn van misbruik van omstandigheden. De rechter volgt de vrouw daarin:
“Wherestad [de verhuurder] heeft [gedaagde] vrijwel kansloos geacht in een eventuele bodemprocedure en heeft dit ook zo aan haar medegedeeld tijdens het gesprek op 22 mei 2008. Ook heeft Wherestad zich in haar brief van 16 april 2008 in vergelijkbare strekking uitgelaten. Uit de opzeggingsbrief van [gedaagde] d.d. 25 mei 2008 kan worden opgemaakt dat zij van de juistheid van de mededeling van Wherestad is uitgegaan. Gezien de omstandigheden in dit geval, had Wherestad [gedaagde] echter niet vrijwel kansloos moeten achten in een bodemprocedure. Als niet weersproken staat immers vast dat Wherestad ermee bekend was dat [gedaagde] ten tijde van de ontdekking van de hennepplantage in de woning, voor langere tijd naar Eritrea was en dat haar vriend – zonder haar toestemming – de woning is gaan gebruiken voor de hennepplantage. Ook staat vast dat [gedaagde] zich al die jaren (20) als een goed huurster heeft gedragen, dat zij haar relatie met bedoelde vriend direct na ontdekking van wat er tijdens haar afwezigheid was gebeurd, heeft beëindigd en dat zij alle aan haar woning aangerichte schade heeft vergoed. Onder die omstandigheden is het allerminst zeker, dat [gedaagde] in een procedure tot ontbinding van de huurovereenkomst kansloos zou zijn en Wherestad heeft haar dus ten onrechte in die waan gebracht. Vaststaat dat [gedaagde] zich heet verlaten op de stellige mededelingen van Wherestad en om die reden de huurovereenkomst heeft opgezegd. Die opzegging is derhalve, als verricht onder dwaling, vernietigbaar. [gedaagde] heeft de vernietigbaarheid ingeroepen, zodat de huurovereenkomst in stand is gebleven.”
Vervolgens wijst de kantonrechter de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst af. De tekortkoming van de huurster rechtvaardigt de ontbinding en ontruiming van de woning niet.
Zie LJN: BL7818.