Kan de Voetbalwet worden ingezet tegen de agressieve buurman?
De Voetbalwet wordt ingezet tegen voetbalhooligans en overlastgevende hangjongeren. In Urk heeft de burgemeester de Voetbalwet (artikel 172a lid 1 Gemeentewet) ingezet tegen een agressieve inwoner. Deze inwoner veroorzaakt geluidsoverlast, scheldt mensen uit en gedraagt zich intimiderend. Ook bedreigt hij zijn benedenbuurvrouw. De burgemeester legt hem op grond van artikel 172a Gemeentewet een gebiedsverbod op: dit betekent dat de overlastveroorzaker niet meer in zijn eigen woning mag verblijven. De man stapt naar de rechter.
De rechter acht de inzet van de Voetbalwet (172a Gemeentewet) niet mogelijk in dit geval:
De voorzieningenrechter overweegt dat het gebiedsverbod er onder meer toe leidt dat verzoeker gedurende zes weken geen toegang heeft tot zijn eigen woning, hetgeen betekent dat er inbreuk wordt gemaakt op zijn woonrecht en de eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. Blijkens de memorie van toelichting bij de Wijziging van de Gemeentewet, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht ter regeling van de bevoegdheid van de burgemeester en de bevoegdheid van de officier van justitie tot het treffen van maatregelen ter bestrijding van voetbalvandalisme, ernstige overlast of ernstig belastend gedrag jegens personen of goederen (maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast) geldt als uitgangspunt dat een gebiedsverbod met het oog op de proportionaliteit, beperkt wordt in tijd en plaats. “(…) Uitgangspunt is dat een gebiedsverbod niet mag leiden tot een inbreuk op het gezinsleven van betrokkene. Een gebiedsverbod kan zich daarom in principe niet uitstrekken tot de omgeving van zijn woning (…)” en “(…) Uiteraard dient, indien bij de toepassing van de bevoegdheden de bewegingsvrijheid wordt beperkt door een gebiedsverbod, rekening te worden gehouden met het gebied waar de woning van betrokkene is (…)” (Kamerstukken II, 2007-2008, 31 467, nr. 3, p. 17 en 32). Dit staat ook met zoveel woorden in de Handreiking Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Ministerie van Justitie van augustus 2010:
“(…) Indien nodig wordt bij het gebiedsverbod een corridor bepaald. Een dergelijke corridor kan van belang zijn als de persoonlijke omstandigheden van betrokkene daartoe aanleiding geven. Het gebied mag zich immers in principe niet uitstrekken tot de omgeving van de woning van de geadresseerde van het gebiedsverbod. (…)” (p. 30).
De voorzieningenrechter is van oordeel dat verweerder zich er in het bestreden besluit onvoldoende rekenschap van heeft gegeven dat artikel 172a van de Gemeentewet in beginsel niet is geschreven voor het ontzeggen aan een persoon van de toegang tot zijn woning. Het bestreden besluit is dan ook om deze reden onvoldoende zorgvuldig voorbereid en niet voorzien van een voldoende dragende motivering. Het zal om die reden in de bezwaarfase niet ongewijzigd in stand kunnen blijven.
De Voetbalwet biedt dus geen soelaas bij de aanpak van woonoverlast. De slachtoffers zitten met de gebakken peren. De rechter overweegt:
De voorzieningenrechter heeft zeker oog voor de belangen van de omwonenden om geen overlast en bedreigend gedrag van verzoeker meer te ondervinden. Echter nu uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat aan het bezwaar van verzoeker een redelijke kans van slagen niet kan worden ontzegd en nu een groot gedeelte van de periode waarvoor het gebiedsverbod met inbegrip van het woningverbod is opgelegd, reeds is verstreken, zodat er in elk geval een afkoelingsperiode is geweest, zal de voorzieningenrechter aan het belang van verzoeker om in zijn woning te kunnen verblijven thans doorslaggevend belang toekennen en het bestreden besluit schorsen tot de bekendmaking van de beslissing op het bezwaar. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding voor een gedeeltelijke schorsing van het bestreden besluit (alleen voor wat betreft de woning en de daarbij behorende grond) reeds omdat verweerder ter zitting uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven geen belang te hechten aan een gebiedsverbod dat niet ook de woning van verzoeker omvat.
In dit geval had artikel 174a Gemeentewet ook geen uitweg geboden (zie hier). In de uitspraak is wel te lezen dat de verhuurder naar de rechter stapt om de huurovereenkomst te laten ontbinden. Die actie zal wellicht wel succesvol zijn (zie hier). Een snelle interventie had de buren meer kunnen helpen: snelle inzet van een gedragsaanwijzing had wellicht uitkomst geboden.
Zie ECLI:NL:RBMNE:2014:4861 (Voetbalwet en woonoverlast).