Burgemeesters pakken horecaondernemers aan die betrokken zijn bij geweld, kinderporno, drugshandel en illegaal gokken
De burgemeester heeft meerdere instrumenten om horecaondernemers aan te pakken die betrokken zijn bij illegale activiteiten. Recente jurisprudentie geeft een goed overzicht van de verschillende mogelijkheden. Zo trekt de burgemeester van Den Bosch onlangs de drank- en horecawetvergunning als ook de exploitatievergunning in, omdat in een café illegale gokactiviteiten hebben plaatsgevonden. De voorzieningenrechter acht dit besluit rechtmatig.
In een andere zaak acht de Raad van State het besluit van de burgemeester van Den Haag om een café te sluiten wegens een steekincident rechtmatig. De basis van dit sluitingsbesluit is art. 174 Gemeentewet en de APV.
In weer een ander geval sluit de burgemeester van Valkenswaard op grond van art. 13b Opiumwet een horeca-inrichting. In het café worden verdovende middelen verhandeld. De rechtbank oordeelt dat de sluiting rechtmatig is.
In een andere zaak trekken het college van b&w en de burgemeester zowel de drank- en horecawetvergunning als de exploitatievergunning in, omdat de exploitant wordt verdacht van het bezit van kinderporno en het zich schuldig maken aan mensenhandel. Bovendien is een stagaire aangerand. De ABRvS acht de intrekkingen gerechtvaardigd.Zie
ECLI:NL:RBOBR:2013:2857 (DHW-vergunning en illegaal gokken)
ECLI:NL:RVS:2013:CA3623 (steekincident en sluiting 174 Gemeentewet)
ECLI:NL:RBOBR:2013:CA3488 (drugshandel en 13b Opiumwet)
ECLI:NL:RVS:2013:CA0629 (intrekken vergunning en kinderporno/mensenhandel).