Langdurige blokkering psychisch gestoorde overlastveroorzaker door woningcorporatie onrechtmatig
Een man heeft psychische problemen (autisme). Hij heeft voorheen medewerkers van de woningcorporatie geïntimideerd en is door de rechter uit zijn woning gezet. De verhuurder heeft zijn inschrijving als woonzoekende vervolgens geblokkeerd. Het gerechtshof acht dat onrechtmatig.Het Hof overweegt:
4.9 Niet in geschil is dat [geintimeerde] zich in het verleden onbehoorlijk, bedreigend en intimiderend heeft gedragen tegenover medewerkers van Woonpartners c.s. en dat juist vanwege de stoornis waar [geintimeerde] aan lijdt de kans bestaat dat hij dit gedrag ook in de toekomst zal vertonen. Daarmee staat evenwel niet vast dat [geintimeerde] niet in staat zou zijn om (zonder begeleiding van bijvoorbeeld SMO) zelfstandig te wonen. Ook naar het voorlopig oordeel van het hof heeft Woonpartners c.s. dat onvoldoende aannemelijk gemaakt. Van [geintimeerde] verlangen dat hij bemoeienis van SMO aanvaardt heeft in dit verband weinig zin, nu van de kant van [geintimeerde] zelf geen hulpvraag bestaat, zoals SMO na het intakegesprek in 2008 heeft geconstateerd. Het handhaven van een dergelijke voorwaarde leidt alleen tot een verlenging van een impasse die inmiddels al jarenlang voortduurt. Nu het stellen van de voorwaarde onvoldoende gerechtvaardigd is en de daadwerkelijke uitvoering ervan op zijn minst onzeker is, kan Woonpartners c.s. naar het voorlopig oordeel van het hof het voortduren van de blokkering in redelijkheid niet op het niet nakomen van die voorwaarde baseren. Hetgeen Woonpartners c.s. in dit verband verder heeft aangevoerd rechtvaardigt naar het oordeel van het hof evenmin het handhaven van de blokkering. Dit betekent dat grief 2 wordt verworpen. Hetzelfde geldt voor grief 3 die naast beide andere grieven geen zelfstandige betekenis heeft. Dit betekent dat (in ieder geval) de subsidiaire vordering tot opheffing van de blokkering toewijsbaar is.
Zie LJN: BY2831.