Overlastveroorzakende coffeeshop in strijd met beleidsregels gesloten op grond van art. 13b Opiumwet
Een coffeeshop veroorzaakt overlast. De burgemeester sluit daarom op grond van art. 13b Opiumwet de coffeeshop. Volgens de exploitant is dit in strijd met de beleidsregels. De voorzieningenrechter gaat daarin mee:
De bevoegdheid voor verweerder om tot sluiting van de inrichting voor de duur van zes maanden over te gaan ontstaat volgens de beleidsregels eerst indien is vastgesteld dat binnen een periode van drie jaar na overtreding van het overlastcriterium, welke overtreding heeft geleid tot een waarschuwing, wederom sprake is van een min of meer structureel overlastpatroon.
2.4.4. Ter zitting heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat de termijn van drie jaar een aanvang neemt op de dag waarop voor de laatste maal een overlastgevende situatie is geconstateerd, en mede op basis van alle daaraan voorafgegane feiten en omstandigheden is geoordeeld dat sprake is van een min of meer structureel overlastpatroon en derhalve van een overtreding als bedoeld in de beleidsregels. Vast staat dat verweerder bij brief van 3 oktober 2008 aan eiser een formele waarschuwing heeft doen uitgaan onder meer vanwege handelen in strijd met het overlastcriterium. Aan die waarschuwing ligt een tweetal rapportages van de politie ten grondslag, beide gedateerd 13 augustus 2008. Uit die rapportages volgt dat op 2 juni 2008 meerdere personen zijn aangehouden en verhoord in verband met de handel in harddrugs. Aan de rapportage is een aantal maanden onderzoek voorafgegaan waarin volgens de rapporteur aannemelijk is geworden dat in en rond ‘[verkorte naam] wordt gehandeld in harddrugs. Voorts is in de rapportage opgemerkt dat gedurende enkele maanden politiecontroles in burger hebben plaatsgevonden, waarbij is geconstateerd dat door bezoekers van ‘[verkorte naam] overlast is veroorzaakt onder meer door fout geparkeerde auto’s. Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de voorzieningenrechter dat de termijn van drie jaar in ieder geval niet later een aanvang heeft kunnen nemen dan op 13 augustus 2008, de datum waarop bedoelde rapportages zijn opgemaakt.
De in deze procedure ter beoordeling staande last tot sluiting is gebaseerd op klachten van omwonenden welke zijn geuit bij brief van 6 april 2008, alsmede op bestuurlijke rapportages van 1 juni 2011, 3 oktober 2011, 5 oktober 2011 en 6 oktober 2011. Tot slot is aan het bestreden besluit een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal ten grondslag gelegd gedateerd 11 november 2011, dat is opgesteld in reactie op de door eiser ingediende zienswijze op het voornemen tot sluiting. In de bedoelde rapportages wordt concreet melding gemaakt van overlastsituaties op 11 mei 2011, 1 oktober 2011 en 5 oktober 2011. Naar de voorzieningenrechter moet aannemen is door verweerder op basis van deze rapportages uiteindelijk geconcludeerd dat wederom sprake is (geweest) van een min of meer structureel overlastpatroon en dus van overtreding van het overlastcriterium. Uit het voorgaande volgt dat de overtreding niet vóór 13 augustus 2011 heeft plaatsgevonden, zodat er een tijdsverloop zit van meer dan drie jaar tussen de laatste overtreding en een nieuwe, soortgelijke overtreding.
Voor zover verweerder zich op het standpunt stelt dat ten tijde van het schriftelijk geuite voornemen tot sluiting op 28 september 2011 al sprake was van overtreding van het overlastcriterium merkt de voorzieningenrechter op dat dit voornemen uitsluitend was gebaseerd op hetgeen is waargenomen tijdens een controle op 11 mei 2011 en op de door omwonenden geuite klachten middels een handtekeningenactie. De voorzieningenrechter is echter van oordeel dat zulks onvoldoende feitelijke grondslag biedt om te kunnen concluderen dat reeds toen sprake was van een min of meer structureel overlastpatroon.
2.4.5. Een redelijke uitleg van de beleidsregels zou – gelet op de vereiste rechtszekerheid – met zich kunnen brengen dat in geval van overlastsituaties het begin en einde van de driejarentermijn moet worden bepaald op de momenten waarop vanwege die overlast een sanctie is opgelegd. Nu de formele waarschuwing is opgelegd op 3 oktober 2008 en de last tot sluiting dateert van 30 november 2011 zou ook bij een zodanige uitleg van de beleidregels de tweede overtreding niet binnen drie jaar hebben plaatsgevonden en zou verweerder evenzeer op grond van het eigen beleid de bevoegdheid missen om tot sluiting over te gaan.
Het sluitingsbesluit wordt geschorst.
Zie LJN: BU9624.